‘Even verder kijken binnen dezelfde organisatie’
Als ‘verse’ verpleegkundige bij Vivium wilde Joyce Roebersen graag meer verschillende ervaring opdoen. Daarom werkt ze nu voor het Flexbureau bij andere teams en locaties. Zoals in de Torenhof in Blaricum, waar Cor Duindam (75) zorg van Joyce ontvangt. “In dit werk moet je je hart laten spreken. En bij haar is dat zo.”
Joyce (60) is een zij-instromer. Ze werkte voorheen als managementassistente. Toen haar moeder in het ziekenhuis lag, maakte ze van dichtbij mee wat werken in de zorg betekent. Haar buurvrouw wees op de mogelijkheden bij Vivium. “Zij waren zo voortvarend en enthousiast, dat ik in september 2019 startte met de opleiding Run4Care”, vertelt Joyce lachend. “Ze hadden
alle vertrouwen dat ik deze versnelde mbo-4 opleiding aankon.”
Amper drie jaar later is ze gediplomeerd verpleegkundige met praktijkervaring in de revalidatiezorg en bij het wijkteam Blaricum, waar ze haar opleiding afrondde. Ze kwam weleens in Torenhof, om daar in het skillslab verpleegtechnische handelingen te oefenen. “Ik wilde graag meer verschillende werkervaringen opdoen. Ook op andere locaties bij verschillende teams en type
cliënten, zonder me meteen ergens op vast te leggen.” Precies die mogelijkheid binnen Vivium maakt werken via het Flexbureau voor Joyce interessant. “Nu wissel ik zorg aan huis af met werken op verpleeglocaties voor mensen met dementie en voor mensen met chronische lichamelijke aandoeningen.”
Zoals Cor Duindam (75), die vorig jaar vanwege MS moest verhuizen. Na een rondgang koos hij voor somatisch verpleeghuis Torenhof. “Vanwege de gezellige entourage in dit huis. Het voelde warm. Ik heb hier mensen om me heen, zonder grote massa. Maar het was natuurlijk wennen”, vertelt hij openhartig. “Ook het niet meer samenwonen met mijn vrouw natuurlijk, maar het is niet anders.” En dan maakt het verschil hoe een zorgverlener binnenkomt, legt meneer uit, en hem tegemoet treedt: “Is dat met haast of met inlevingsvermogen?”
Toen Joyce de eerste keer binnenkwam, vertelt meneer, wist ze precies wat ze moest doen. “Dat was fijn, want ik wil dat niet elke dag weer moeten uitleggen.” Joyce knikt: “Ik let ook altijd even op dat Cors voeten niet gekruist zijn, want dat voelt hij niet.” Anders valt meneer bij het ‘overstappen’ naar zijn rolstoel. “Ik ben blij met haar rustige verzorging en geduld. En wat ze niet machtig is, vraagt ze”, klinkt het tevreden. “Kijk, als iemand zich openstelt voor mij, dan stel ik me ook makkelijker open. Dan kun je dingen bespreken. Ik ben nu eenmaal afhankelijk van hulp. Je moet elkaar kunnen vertrouwen.
Joyce glimlacht, ze pakt nu eenmaal graag de tijd en gelegenheid voor een praatje. “Even een gesprekje voeren, aandacht en een luisterend oor geven rust. Ik probeer me in hen te verplaatsen, verder te kijken dan alleen wat ik moet doen. Bijvoorbeeld doorvragen als iemand zich niet lekker voelt.” Meneer beaamt hoe belangrijk zoiets is: “Je wilt als mens gezien worden, niet
als object dat afgepoetst moet worden. In dit werk moet je je hart laten spreken. En bij Joyce is dat zo.”
Nu stralen haar ogen: “De contacten maken het zo leuk. Ik ga elke dag met plezier naar mijn werk, en ook weer naar huis. Zeker als mijn werk gewaardeerd wordt. Ik heb ook echt fijne collega’s.” De vrees om als flexwerker nergens bij te horen, bleek ongegrond. “Ik word juist overal met open armen ontvangen. Je hoort er helemaal bij.” Dat blijkt ook uit de mogelijkheden om haar kennis en inzichten te verdiepen. Ze volgde bijvoorbeeld al een til- en transfertraining, uitleg van een psycholoog over depressie bij ouderen, en wil nu graag naar een bijeenkomst over palliatieve sedatie. “Ik ben nog niet uitgeleerd”, grapt ze en besluit serieus: “Ik ben echt heel blij dat ik deze overstap gemaakt heb.”